Iedereen noemt me een vluchteling.
Maar zelf zie ik me als een onvrijwillige nomade, door velen gezien als een ongewenste indringer, een paria.
Mijn land is een gebied van duurzame ontwrichting: sociaal, economisch, politiek, en nu begint het ook door het veranderende klimaat ecologisch ten slechte te veranderen.
De regio waar ik vandaan kom, is de gevolgen van de koloniale geschiedenis nooit meer te boven gekomen, en in deze neokoloniale, neoliberale periode verergert de situatie voor mijn volk, mijn familie en mijzelf alleen maar.
Vele beloftes zijn ons gedaan, van een soort Marshall hulp tot internationale afspraken over ontwikkelingshulp, wij hebben er nooit veel van gemerkt. Wel van voortdurende land- en grondstoffenroof, van grootschalige erosie en vervuiling, veroorzaakt door ontbossing en mijnbouw ten behoeve van de groei van grote westerse multinationals. Dat gaat gepaard met aanhoudende conflicten, met een toestroom van gewapende bendes in onze regio. Die schijnen via hun internationale relaties makkelijker aan wapens te kunnen komen dan wij aan voedsel.
De klimaat catastrofe treft vooral mensen als ik, de bestolenen, de onzichtbaren, de weerlozen. Voor ons is het weggaan of doodgaan. Waarbij weggaan ook een levensgevaarlijke onderneming is. Duizenden zijn tijdens hun gedwongen reis verdwenen.
Wat ik zou willen, is dat mensen zoals ik, die naar Europa moeten vertrekken - of naar een ander rijk land - om geld te kunnen verdienen voor hun familie thuis, een werkvergunning krijgen. Want van alle beloftes om geld aan regio's te geven die getroffen zijn door klimaatsverandering, is bij ons niks terecht gekomen en er gaat ook niks van terechtkomen.
Zou iemand dat eens op de agenda kunnen zetten op zo'n klimaattop?
Ik wil geen paria zijn, ik voel mij tot paria gemaakt!